Genus Forpus, een taxonomisch overzicht – deel 9
Forpus xanthops (Salvin) 1895
Door Dirk Van den Abeele
Ornitho-Genetics vzw
MUTAVI, Research & Advice Group
Gepubliceerd in 2015
Forpus xanthops is afkomstig uit noordwest Peru waar het zijn habitat heeft in de omgeving van de Marañonvallei. Het is een vrij beperkt verspreidingsgebied van ongeveer een 2.400 km² dat zich uitstrekt van de Marañón Vallei over het zuidoosten van Cajamarca en ten oosten van La Libertad. (“www.birdlife.org”, 2014). Helaas moeten we hier een duidelijke waarschuwing meegeven want deze soort is ernstig bedreigd in zijn voortbestaan in de wildbaan.
De grote vraag naar deze vogels voor de handel in huisdieren heeft in het verleden voor heel wat legale en illegale vogelvangst gezorgd (Gastañaga e.a., 2011). Bijkomend probleem is dat de mortaliteit van deze vogels nadat ze gevangen zijn extreem hoog is en soms oploopt van 40% tot zelfs 100%, waardoor, om aan de vraag te kunnen voldoen, steeds meer vogels dienen gevangen te worden.
Niet alleen de stress is fataal, de vogels zouden wanneer ze met te veel samen in een kleine ruimte zitten heel vijandig kunnen zijn tegenover hun soortgenoten. Dit bijna altijd met dodelijk afloop voor de zwaksten. Een gedrag dat, volgens de auteur, door de parkwachters ook al opgemerkt is bij Forpus coelestis (Begazo, 1987). Dat zou misschien een antwoord kunnen zijn op de vraag hoe het komt dat sommige Forpus coelestis in avicultuur inderdaad nogal vijandig tegen soortgenoten kunnen zijn. Andere vaststelling was ook dat een plotse verandering van het aangeboden voedsel fataal kan zijn. Dat alles heeft er helaas voor gezorgd dat er nog maar een beperkt aantal vogels in de wildbaan meer aanwezig zijn. Sommige bronnen spreken van amper maar een 1.500 tal vogels. (Begazo, 1996).
Er is niet zo veel geweten over de broedgewoontes van Forpus xanthops in de vrije natuur. Gelukkig hebben we het verslag van Alfredo Begazo welke tussen 1988 en 1989 een tweetal weken samen met de parkwachters op pad ging en zo iets meer te weten kwam over hun gedrag in het wild. Ze trokken daarvoor door de streek van Los Cocos in the ‘upper Rio Marañon Valley’. In deze woestijnachtige gebieden troffen ze Forpus xanthops vooral aan in cactussen. Ze konden daar vaststellen dat de vogels zich daar voeden met vruchten van deze cactussen. Volgens de parkwachters zouden ze een wisselend dieet hebben. Zo zouden ze tijdens het regenseizoen (van december tot juni) zich hoofdzakelijk voeden met vruchten en zaden van bomen. Buiten het regenseizoen zouden vooral vruchten en pulp van cactussen op het menu staan (Riveros e.a., 1991),
Terwijl er in avicultuur meldingen zijn van meerdere broedsels per jaar, zouden de vogels hier in de wildbaan broeden vanaf maart / april tot mei / juni. De reden waarom deze vogels dan broeden kan men eenvoudigweg verklaren omdat tijdens deze periode (regenseizoen) het meeste voedsel aanwezig is. Begazo sluit niet uit, dat wanneer het regenseizoen wat langer duurt dan normaal, de vogels misschien meer dan één nest groot brengen.
Er zijn meldingen dat sommige kolonies Forpus xanthops broeden in rotswanden langs de Rio Marañon. Ze zouden een nest maken met het daar aanwezige natuurlijk afval (takken, bladeren). Sommige broedkolonies zouden tot 70 vogels kunnen tellen. Anderen zouden verlaten nesten van spechten in boomholtes gebruiken.
Uit avicultuur weten we dat deze vogels ongeveer een drietal weken broeden (gemiddeld drie tot zes eieren) en de jongen na ongeveer 6 weken het net verlaten.
Beschrijving Forpus xanthops
Afhankelijk van de bron zou Forpus xanthops tussen de 14 a 15 cm groot zijn(Del Hoyo, Elliott, Sargatal, & Cabot, 1997; Forshaw & Knight, 2006). Bij de mannen zijn masker, wangen en bovenhoofd geel. Ze hebben een typische grijsblauwe streep achter het oog die zich rond de gele wangen voortzet en op het achterhoofd en de nek geleidelijk overgaat naar groen met een grijze waas. De rest van het voor- en onderlichaam is grijsgroen met duidelijk gele waas. De vleugels zijn eveneens grijsgroen. Onderrug en stuit zijn duidelijk donker kobaltblauw, net als de vleugelrand. Staartpennen zijn groen, de onderstaartdekveren zijn eerder geelgroen. Poten en nagels zijn hoornkleurig. De snavel is hoornkleurig met een typische donkere vlek.
Bij de pop zijn de blauwe veervelden heel wat lichter gekleurd dan bij de man. En de onderkant van het lichaam is minder fel en grijzer gekleurd.
Eerste beschrijving Forpus xanthops
Het was de Britse zoöloog Osbert Salvin (1835-1898) welke in 1995 deze soort als eerste beschreef en benoemde. Al vlug na zijn studies ondernam Salvin zijn eerste wetenschappelijke expedities in noord en midden Afrika. Kort daarop ging hij voor het eerst op expeditie naar midden Amerika. Later volgden nog veel meer reizen naar deze streken.
In 1871 werd hij de eerste uitgever van het ornithologisch magazine ‘The Ibis’, het blad van de British Ornithologists’ Union. Dit is tot op de dag van vandaag één van de meest toonaangevende ornithologische bladen. Tot aan zijn overlijden in 1898 was Salvin secretaris van deze British Ornithologists’ Union. Niet minder dan 234 vogelsoorten werden door hem, als of niet samen met P. L. Sclater en F.D. Godman benoemd.
Het was in Novitates Zoologicae dat we de eerste beschrijving van Forpus xanthops vinden. Deze Novitates Zoologicae werd tussen 1894 en 1948 uit gebracht door wat toen het Tring Museum was (nu de ornithologische collectie van het British Natural History Museum) en bevatte alle nieuwigheden uit de collectie. Hij beschreef deze nieuwe soort onder de naam Psittacula xanthops. De naam xanthops verwijst naar het Griekse xanthos wat geel en õps wat gezicht – oog betekent. Een duidelijke verwijzing naar het gele masker bij deze soort.
De beschrijving zelf is degelijk uitgebreid en van de nieuwe soort werd tegelijk een tekening gepubliceerd. De beschrijving was, zoals het toen voorzien was, grotendeels in het Latijn, maar de auteur voegde er toch nog een lijntje in het Engels aan toe. Daarbij noteerde hij dat de vogels welke gebruikt werden voor de beschrijving afkomstig waren uit de buurt van Huamachuco in Peru. Verder schrijft hij en ik geef een vrije vertaling: “Mr. Baron heeft ons meerdere exemplaren van deze mooie Psittacula gestuurd. Deze verschilt sterk van alle andere eerder beschreven soorten. De meest vergelijkbare soort is Psittacula coelestis (= Forpus coelestis) maar deze nieuwe soort is veel groter en heeft een grotere snavel. Het hoofd en de wangen zijn veel geler en er is amper blauw achter het oog en op de nek”.
Tot daar einde citaat.
Ik vermoed dat hij met Mr. Baron eigenlijk Lionel Walter Rothschild de 2e Baron van Rothschild (1868 – 1937) bedoelde. Deze Britse aristocraat ondernam gedurende zijn leven heel wat reizen naar nieuwe gebieden en verzamelde daarbij heel wat dieren. Hij opende in 1892 het Rothschild museum dat toen één van de grootste collecties ter wereld had. Ondanks dat hij als vrijgezel enorm van het leven genoot was Rothschild in 1932 toch gedwongen een groot deel van zijn collectie vogels te verkopen aan het American Museum of Natural History wegens ‘chantage’ van één van zijn minnaressen. Van tegenslag gesproken (LOL).
In 1937 klasseerde Peters deze soort in zijn checklist als ondersoort van Forpus coelestis en het werd dus bijgevolg Forpus coelestis xanthops (Peters, 1937). In 1980 werd Forpus coelestis terug als een zelfstandig soort beschouwd door Howard en Moore (Howard & Moore, 1980), een standpunt dat recent door het genetisch onderzoek van Smith et al. nog eens bevestigd wordt (Smith, Ribas, Whitney, HernÁndez-baÑos, & Klicka, 2013). Forpus xanthops is wel verwant aan Forpus coelestis maar enkel door het feit dat ze ooit éénzelfde voorouder hadden. Uit deze voorouder zijn dan uiteindelijk Forpus coelestis, Forpus conspicillatus en Forpus xanthops ontwikkeld.
Forpus xanthops in avicultuur
Zoals reeds aangegeven in het begin van dit artikel is deze soort in de wildbaan heel erg bedreigt. In avicultuur zijn gelukkig nog verschillende raszuivere vogels beschikbaar. Het is volgens mij dan ook uit den boze om nog vogels uit de wildbaan te (willen) halen. Ik denk dat de serieuze liefhebber in avicultuur hier zeker zijn steentje kan bijdragen door meerdere en vooral onverwante bloedlijnen op te zetten ten einde zo deze soort te behouden voor het nageslacht. Ik geef toe een niet zo eenvoudige opdracht, maar door deze uitdaging zullen we de serieuze aviculturist van de amateurs kunnen onderscheiden. Enkel op die manier kunnen we bijdragen aan de bescherming en het voortbestaan van deze prachtig Forpus.
Literatuur:
Begazo, A. (1987). La comercializacion de animales silvetres vivos en Lima con emphasis en el Mercado Central. Tesis para optar el titulo de Ingeniero Forestal. Lima, Peru.
Begazo, A. J. (1996). Ecology and conservation of the the Yellow-faced Parrotlet Forpus xanthops. Cotinga, 6, 20–23.
Del Hoyo, J., Elliott, A., Sargatal, J., & Cabot, J. (1997). Handbook of the birds of the world (Vol. 4).
Forshaw, J. M., & Knight, F. (2006). Parrots of the world: an identification guide. Princeton University Press.
Gastañaga, M., Macleod, R., Hennessey, B., Núñez, J. U., Puse, E., Arrascue, A., … Engblom, G. (2011). A study of the parrot trade in Peru and the potential importance of internal trade for threatened species. Bird Conservation International, 21(01), 76–85. doi:10.1017/S0959270910000249
Howard, R., & Moore, A. (1980). A complete checklist of the birds of the world. Academic Press Ltd. Geraadpleegd van http://www.cabdirect.org/abstracts/19910506948.html
Peters, J. L. (1937). Peters’s’ Check-List of Birds of the World’ (Vol. 3). Harvard University Press.
Riveros Salcedo, J. C., Sanchez, S. & Ascensios, V. D. (1991) Distributio and status del Pachalore Forpus xanthops. Resumenes del IV congreso de Ornitologia Tropical, 3-9 de Noviembre 1991. Quito, Ecuador.
Smith, B. T., Ribas, C. C., Whitney, B. M., HernÁndez-baÑos, B. E., & Klicka, J. (2013). Identifying biases at different spatial and temporal scales of diversification: a case study in the Neotropical parrotlet genus Forpus. Molecular ecology, 22(2), 483–494.
www.birdlife.org. (2014, januari 30). Birdlife International.