FAQ: als beginnend liefhebber heb ik heel wat problemen met de logica achter de namen voor kleurmutaties bij zebravinken [Taeniopygia guttata]. Ik snap niet hoe men daar de naam agaat gebruikt voor een autosomaal recessieve mutant, terwijl deze term bij kanaries voor een SL mutant gebruikt wordt. Kunt u me helpen aub?
Wel eigenlijk is het eenvoudig: als men parallellen trekt met kanaries (wat me ook logisch lijkt bij deze vogels) kan men nooit van agaat spreken als autosomaal recessieve mutant bij een zebravink. Deze logica klopt inderdaad niet.
Verwarrend wordt het dan des te meer als men weet dat de ‘SL bleekrug mutant’ bij de zebravink, eigenlijk een agaat is. Men zou, om te beginnen, al een deel van deze verwarring eenvoudig kunnen wegwerken door de naam ‘bleekrug’ te vervangen door agaat. Dat is dan al één vergissing gecorrigeerd.
De ‘autosomaal recessieve agaat’ wordt door sommige liefhebbers ook aangegeven als ‘topaas’ (maar zekerheid is daar nog niet over) zou dan iets verder moeten onderzocht worden om meer duidelijkheid te hebben over de werkelijk aard van deze mutant.
Men zou voor deze mutant dan gewoon als voorlopige naam *topaas* (tussen sterretjes) kunnen verder gebruiken. Deze asterics (*) voor en achter de naam, geven dan aan dat de term nog niet 100% zeker is. Later, wanneer er meer zekerheid is, kan deze naam dan eventueel aangepast worden.
Ik kan begrijpen dat men vroeger vergissingen maakte bij het benoemen van hun kleurmutaties, maar waarom men jaren later nog steeds deze piste blijft bewandelen en men, of het nog niet snapt, of men de moed niet heeft om de vergissingen uit het verleden recht te zetten, blijft voor ons toch een raadsel.
‘Errare humanum est. Perseverare diabolicum‘