FAQ: Wat kan men combineren?

Bij parkietachtige zijn de laatste jaren al heel wat kleurmutaties ontstaan, de ene al wat spectaculairder dan de anderen. U begrijpt dat fokkers daardoor heel wat combinatiemogelijkheden hebben. Dat heeft dan helaas ook tot gevolg dat veel liefhebbers alles maar lukraak door elkaar husselen. Het gevolg is dan dat men onherkenbare mixen op stok krijgt.
Nochtans zijn er internationaal afspraken gemaakt om de mutatiecombinaties duidelijk herkenbaar te houden. We zullen deze richtlijnen voor jullie eens op een rijtje zetten en ik geef hierbij het voorbeeld aan de hand van de bewezen mutaties bij agaporniden [Genus Agapornis]. (Trouwens de meeste van deze mutanten zijn ook aanwezig bij andere parkieten).

Om te beginnen zijn de aanwezige mutaties onderverdeeld in vier groepen. Dat zijn:

  • Eumelaninemutaties
  • Psittacinemutaties
  • Mutaties van de vederstructuur
  • Mutaties die de distributie van de pigmenten aantasten

Regel één is dat combinaties van één of meer eumelaninemutaties samen in één vogel niet gewenst zijn. De reden waarom is eenvoudig, al deze mutaties reduceren op een of andere manier het aanwezige eumelanine en combinaties ervan zijn daardoor zo goed als onherkenbaar.

Eumelaninemutaties

  • NSL ino
    pastel (allele van NSL ino)
    dec (allele van NSL ino)
    bronze fallow (allele van NSL ino??)
  • SL ino
    pallid (allele van SL ino)
    pale (MOGELIJKS ook allele van SL ino)
  • marbled
  • dilute
  • pale fallow
  • dun fallow
  • cinnamon
  • recessief bont
  • dominant bont
  • mottle
  • misty
  • dominant gezoomd
  • euwing
  • faded

Wel toegelaten zijn crossing-overs tussen eumelaninemutanten. Die acteren meestal codominant tegenover elkaar en zijn hierdoor duidelijk herkenbaar en vormen dus in principe geen probleem.

Combinaties van twee of meer psittacinemutanten samen in één vogel geven ook tussenvormen en zijn om die reden ook niet gewenst.

Bij de psittacinemutanten hebben we:

  • blauw
    aqua (allele van blue)
    turquoise (allele van blue)
  • oranjemasker
  • pale headed

Uiteraard kunnen combinaties van eumelaninemutaties met psittacinemutaties wel.

Bij de mutaties van de vederstructuur hebben we:

  • dark factor – donkerfactor
  • violet
  • slaty
  • crested

Deze mutaties van de vederstructuur kunnen in de meeste gevallen wel onderling met elkaar gecombineerd worden, al zijn er daar ook bepaalde afspraken rond gemaakt. De regel is ook wanneer deze combinaties de herkenbaarheid in gedrang brengen, deze uiteraard niet gewenst zijn. Een voorbeeld daarvan zien we wanneer we violet combineren met vogels met twee donkerfactoren. Hier zullen we enkel de donkerfactoren gaan waarnemen en zal de aanwezigheid van deze twee donkerfactoren de aanwezige violetfactor maskeren. Deze combinatie is daardoor dus niet gewenst.
Combinaties van mutaties van de vederstructuur met eumelanine- en psittacinemutanten kunnen wel, maar ook hier zijn er enkele uitzonderingen. Een typisch voorbeeld is de mistymutant. Deze kan ook niet met donkerfactoren gecombineerd worden, omdat dan de typische mistyfactor verdwijnt. Ook de combinatie van ino met donkerfactoren heeft weinig of geen zin…..

Als laatste hebben we nog een mutatie die de verspreiding van de aanwezige pigmenten (eumelanine en psittacine) aantast en dat is opaline. Deze opalinemutatie kan zowel met mutaties van de vederstructuur, eumelanine- en psittacinemutaties gecombineerd worden.

U ziet, het lijkt allemaal logisch maar helaas zien we toch dat deze ondoordachte combinaties nog dagelijkse kost zijn. De reden waarom fokkers mutanten van eenzelfde groep steeds door elkaar willen gooien is me niet geheel duidelijk. Feit is dat men moet beseffen dat men geen nieuwe mutanten “kan maken” door bestaande mutanten met elkaar te combineren. Een mutatie ontstaat immers steeds spontaan en niet door combinaties te maken.