Het marbled – greywing mysterie (aka quartz)

Het marbled – greywing mysterie

Ik denk niet dat er één mutant is bij Agapornis roseicollis die zoveel naamswijzigingen heeft ondergaan dan deze marbled.
De eerste marbled A. roseicollis zag naar alle waarschijnlijkheid voor het eerst het levenslicht in Amerika. Dat kunnen we afleiden uit de originele naam voor deze mutant. In beginfase sprak men van ‘Amerikaans golden cherry’, wat een vervorming was van American cherryhead of gewoon van American geel of Amerikaans geel pastel. Toen de eerste marbleds in de aqua- en turquoisereeks verschenen, doken namen op zoals zilver, zilver cherry enz. Kortom variatie genoeg.

Terwijl in België de naam Amerikaans golden cherry gebruikelijk was voor deze mutatie, werd in Nederland al vrij vlug de naam ‘pastelgezoomd’ geïntroduceerd voor deze mutatie. De Nederlandse naam van deze mutatie was gebaseerd op zijn opgebleekte ‘pastel’ lichaamskleur en de zomen op het vleugeldek. Een naam welke wel de lading dekte, maar waar er op dat moment geen rekening mee gehouden was dat de naam pastel eigenlijk al bestond voor een mutatie gelegen op het a-locus (pastelmutant bij Agapornis personatus en Agapornis fischeri) en dat kon voor verwarring zorgen.

Toen men begin 2000 de internationale termen opstelde heeft men in de beginfase voor deze mutatie gewoon een (verkeerde) Engelse vertaling van deze Nederlandse naam als erkende term aangenomen: edged dilute. Het was een verkeerde vertaling, want in plaats van edged pastel gebruikten ze edged dilute. Dat komt omdat ‘dilute’ destijds in veel landen nog verkeerd gebruikt werd voor wat we kennen als pastel. Vandaar waarschijnlijk deze foute vertaling.

Maar goed, we moeten toegeven dat zowel het gebruik van de naam ‘edged dilute’ of ‘pastelgezoomd’ voor heel wat verwarring kan zorgen. Dilute en edged zijn immers twee totaal verschillende mutaties en men kan deze term dus verwarren met een mutatiecombinatie van edged en dilute. Ondanks onze pogingen om deze naamsverwarring te verhelpen werd er door de meeste instanties niet gereageerd. Gelukkig werd deze naam bij A. roseicollis zonder veel problemen toegepast. Maar toen bleek dat deze autosomaal recessieve mutatie ook te vinden was bij Bourke parkieten [Neophema bourkii], valkparkieten [Nymphicus hollandicus], sperlingdwergpapegaaien [Forpus], rosellas [Platycercus eximius], en mogelijk ook bij een paar andere soorten kwam er meer reactie. Hier lag het gebruik van de term ‘edged dilute’ niet zo voor de hand en zorgde deze naam wel voor de nodige verwarring.

Daarom werd de laatste jaren op internationaal vlak de term ‘edged dilute’ met verschillende organisaties en fokkers besproken. Iedereen moest toegeven dat het gebruik van de naam ‘edged dilute’ voor te veel verwarring kon zorgen en dat er een oplossing moest komen. Tot 2009 heb ik via verschillende kanalen geprobeerd om een degelijke oplossing te vinden voor deze materie. Er werden door ons verschillende alternatieven aangereikt, doch er kwam geen term waar iedereen zich in kon vinden. Veel discussies, maar geen echte oplossing. Er was altijd wel iemand die problemen had met een of andere oplossing, maar zelf werd er geen enkele oplossing aangebracht. Uiteindelijk heb ik de bal in het andere kamp gelegd en gevraagd aan de kwekers van neophemasoorten om dan zelf maar voor een oplossing te zorgen. Zolang we internationaal nog geen sluitende oplossing gevonden hadden, bleven we bij agaporniden maar de internationale term ‘edged dilute’ en in het Nederlands de vertaling ‘pastelgezoomd’ gebruiken.

In juni 2010 kwam dit alles in een stroomversnelling. Op een morgen kreeg ik telefoon uit Australië met de vraag om zelf een oplossing aan te brengen, want sinds we hen gevraagd hadden om zelf naar een oplossing te zoeken, was de discussie stil gevallen en kwam niemand aanzetten met een oplossing. Een typisch fenomeen.

Ik heb toen Terry Martin in Australië gebeld. Terry is een van de mensen die, als dierenarts en vogelliefhebber, al jaren aan het werken is aan een internationale nomenclatuur. Toen kwam alles in een stroomversnelling en werd besloten om als internationale term ‘marbled’ voor deze mutant te gebruiken. Marbled betekent letterlijk gemarmerd en verwijst naar het vlekkerig patroon in marmer. Deze term werd om te beginnen reeds gebruikt in wetenschappelijke literatuur om een gelijkaardige mutatie bij kwartels [Coturnix coturnix] te omschrijven en werd daarom in 2009 ook gesuggereerd door Pedro Prieto uit Venezuela. Terry Martin ontdekte bij toeval dat deze term eveneens door Dr. D’Angieri uit Brazilië in de jaren 1980 reeds naar voren gebracht werd voor deze mutant. Dus bleek marbled een aanvaardbare en gefundeerde oplossing te zijn. Als genetisch symbool werd “mb” gekozen.
Aangezien we met de Nederlandse term pastelgezoomd precies hetzelfde probleem hadden als bij edged dilute (zowel pastel als gezoomd zijn aparte en verschillende mutaties) zijn we hier ook meteen overgeschakeld naar de internationale term marbled.

De marbledmutatie
Marbled is een autosomaal recessieve eumelaninemutatie die tot op heden bij agaporniden alleen wordt aangetroffen bij Agapornis roseicollis. Bij deze mutatie krijgt de vogel de voor deze mutatie typische ‘zomen’ op het vleugeldek.  De zomen ontstaan doordat in het vleugeldek de eumelaninereductie zich hoofdzakelijk concentreert in de kern van de vleugeldekveren. Bij een ideale standaardvogel is in de kern van de veren het eumelanine ongeveer met zestig procent verminderd. Dat geeft lichtgroene vleugeldekveren met een lichtgroengele binnenkant (kern). Doordat de buitenrand van de veer meer eumelanine bevat is deze rand donkerder van kleur. Dat creëert bij deze veren de zomen waardoor het vleugeldek er ‘gezoomd’ uitziet. Hetzelfde gebeurt in de slagpennen. De afname van het eumelanine in de andere lichaamsbevedering is gelijkmatig verdeeld, ongeveer vijftig procent, en is evenredig aan een pastel vogel. Daardoor is er alleen op het vleugeldek en slagpennen sprake van zomen. De stuit van deze vogels is eveneens opgebleekt. Poten en nagels zijn lichtgrijs.
Zover de standaardeisen.

‘Greywing’
Probleem is dat niet elke marbled evenveel eumeleninereductie heeft in de veren. Bij sommige is het gezoomd patroon duidelijk zichtbaar, bij andere hebben we maar een beperkte reductie waardoor het algemene beeld wat bleker oogt. Dat is onder andere één van de redenen waarom deze vogels niet zo populair zijn bij liefhebbers die uitsluitend fokken voor tentoonstellingen.

Maar we zien ook dat er nog een paar verschillen zijn. Zo hebben sommige marbled vogels duidelijk donkerrode ogen bij de geboorte, andere lijken zwarte ogen te hebben. Met andere woorden, er is heel wat variatie in het fenotype van deze mutant. Dit zorgt er regelmatig voor dat mensen suggereren dat er misschien verschillende marbled allelen actief zijn. In Brazilië bijvoorbeeld fokken ze al een paar decennia A. roseicollis welke aangegeven worden als ‘greywing’ of ‘grijsvleugel’. Deze fenotypes zouden voor het eerst uit Amerika geïmporteerd zijn en zouden volgens bepaalde liefhebbers zich van de originele marbled onderscheiden door een duidelijk grijze omzoming op de vleugels. Anderen hebben het dan over meer lichter en egaal gekleurde vogels die ze dan plaatsen onder de noemer ‘greywing’.

Deze ‘greywings’ zijn dus niet nieuw en testparingen hebben reeds uitgewezen dat het of een gewone variant is van de marbled of een – meet veel goede wil – allele van marbled is, want bij combinatie van deze ‘greywings’ met een marbled krijgen ze steeds diverse types marbleds bij de nakomelingen.

In theorie zou het dus perfect kunnen dat greywing daadwerkelijk bestaat, want we hebben inderdaad een aantal verschillende verschijningsvormen, maar ikzelf denk niet dat dit het geval is.
Zo moeten we om te beginnen beseffen dat, hoe graag we het ook hebben, we de natuur niet steeds in een strikt afgelijnd vakje kunnen plaatsen. Bepaalde mutanten hebben nu eenmaal een natuurlijke variatie in hun fenotype. Dat zien we bij bijvoorbeeld bonte vogels, maar ook bij dominant gezoomde (dominant edged) vogels. Bij deze dominant verervende equivalent van de marbled hebben we ook vogels met een duidelijk zoompatroon, terwijl er vogels zijn waar we amper wat reductie van het eumelanine hebben. Men mag niet vergeten dat Moeder Natuur bij deze verliesmutaties (verlies van eumelanine) altijd zal proberen om zoveel mogelijk eumelanine aan te maken. Deze eumelanine is immers een noodzakelijke bescherming. Dat kan voor heel wat fenotypes zorgen.

Ander argument is dat het publiek geheim is dat de best getekende en geaccentueerde marbleds meestal mannen zijn welke ook split voor SL ino zijn. Dat zou misschien ook kunnen wijzen op polygenie van het marbledgen?
Een laatste, niet onbelangrijk argument waarom ik denk dat er maar één allele is, is het feit dat we bij elke soort waar deze mutant de kop opsteekt, we bij de eerste generaties deze verschillende variaties al zien. Nemen we een voorbeeld aan de marbled mutant bij Forpus, daar hebben we ook diverse reductiegradaties en wordt dat fenotype omwille van de aanwezige kleurvariatie soms als pastelgezoomd, pastel of overgoten aangegeven. Dus is de kans heel klein, om niet te zeggen onbestaand, dat bij elke soort, onmiddellijk alle bestaande allelen van dat locus gemuteerd zouden zijn. Ik denk dus dat we daarom beter kunnen uitgaan van de idee dat marbled van nature een heel variabele mutant is en het idee over aparte allelen laten varen.

Uiteraard kan ik het bij het verkeerde eind hebben en ik vrees dat we dat pas zeker gaan weten wanneer we dat op DNA niveau kunnen uitzoeken. Dat is voorlopig nog utopie vrees ik. Maar om alle voorgaande redenen hou ik het liever op een heel variabele mutant en niet op verschillende allelen. En misschien toch nog even aan toevoegen, moest het later dan toch daadwerkelijk blijken dat het inderdaad twee verschillende allelen zijn (wat ik heel sterk durft te betwijfelen), dan wil ik er wel graag aan toevoegen dat we dan de naam greywing zullen moeten vervangen. De term greywing wordt immers reeds gebruikt voor een allele van het dilute-locus. Een mutatie welke onder andere voorkomt bij grasparkieten.

——————–

Ondertussen zijn we reeds meer dan een jaar verder sinds dit artikel gepubliceerd is en is er nog geen enkel bewijs geleverd dat greywing als aparte mutant of allel van het marbledgen bij Agapornis roseicollis bestaat. In tegendeel, de veeronderzoeken van het afgelopen jaar tonen eigenlijk het tegenovergestelde.

Voor meer info verwijs ik graag naar mijn boeken, het BVA blad en mijn cursussen.